In dit blog wordt het keeper anno 2024 uitgelicht. Hoe is zijn rol veranderd ten opzichte van pakweg 20-25 jaar terug. En hoe beïnvloed dat de keeper van vandaag de dag.
De keeper van nu!
De keeper van tegenwoordig is veel meer dan slechts een ballenvanger. De rol van de keeper in het elftal wordt steeds groter en groter. Het is tegenwoordig niet alleen meer je laatste verdediger, maar ook je eerste aanvaller. Het verzorgen van de opbouw zit nu ook standaard in het takenpakket van de hedendaagse keeper. De evolutie van het keepersvak begon eigenlijk in 1992, toen de Deense keeper Kasper Schmiechel hoogstpersoonlijk ervoor zorgde dat de 'terugspeelbal-regel' werd aangepast. In de finale van het EK van 1992, deed Kasper Schmiechel namelijk niks anders dan terugspeelballen van zijn medespelers oppakken. Om ze vervolgens weer in te spelen en de bal weer terug te ontvangen. Weer op te pakken, weer in te spelen enz. enz. We kunnen stellen dat het spel daar niet perse leuker van werd, waardoor de FIFA ingreep en vanaf het seizoen 1992-1993 de terugspeelbal niet meer in de handen gepakt mocht worden door de keeper.
De keeper moest vanaf dat moment dus ook met de voeten overweg kunnen en in staat zijn om het spel op een goede manier voort te zetten bij een terugspeelbal. Na jaren van blind ballen naar voren knallen door keepers, zijn we vandaag de dag op het punt dat sommige keepers bij grote clubs spelen omdat ze (buiten dat het goede keepers zijn) uitzonderlijk goed zijn met de voeten. Een uitstekend voorbeeld daarvan, vind ik Ederson van Manchester City. Hij speelt bij (afhankelijk van je mening) de beste club van de wereld. Maar is keepend, in mijn optiek, niet de beste van de wereld. Waar hij echter wel als keeper in uitblinkt, is het meevoetballende gedeelte. Waar hij soms als keeper tussen de centrale verdedigers komt te spelen om daar deel te nemen aan de opbouw.
Goalkeeper -> Goalplayer
De term goalplayer is een term die al een tijdje door de voetbalwereld gonst. Ingegeven door Frans Hoek, die de evolutie van de keeper/goalplayer naar een nieuw level heeft getild. Als je naar de statistieken kijkt, is die naam eigenlijk helemaal niet zo heel vreemd. Bijna 80% van de balaanrakingen van een keeper zijn met de voeten. Dat in combinatie met het feit dat keepers ook meer en meer wordt afgerekend op "niet goed genoeg met de voeten", klinkt de naam "goalplayer" eigenlijk best logisch. Hoewel de term in Nederland (nog) niet al te breed gedragen wordt door BVO's, merk ik uit eigen ervaring wel dat het voetballende gedeelte van het keepen een groter aandeel krijgt in de keeperstraining dan een jaar of vijf geleden. De transitie is dus duidelijk gaande.

Goalkeeper vs. Goalplayer
Als we dichter bij huis kijken, zien we ook het grote verschil in hoe Nederlandse jonge keepers worden opgeleid ten opzichte van de wat oudere keepers. Je ziet op dit EK (Euro 2024) bijvoorbeeld Bart Verbruggen een uitstekende indruk maken met zijn voetballende kwaliteiten. Daarvoor hadden we al Justin Bijlow, die ook opbouwend goed uit de voeten kwam. Als we dat afzetten tegen andere keepers uit de Eredivisie, zien we grote verschillen. Zo vind ik Lars Unnerstall, met grote afstand de beste goalkeeper die de Nederlandse competitie heeft. Echter vind ik een keeper als Justin Bijlow vele malen completer als keeper, omdat hij ook de kwaliteiten bezit om met de bal aan de voet de goede keuze te maken en zijn team echt verder te helpen. Echter vind ik Bijlow op de lijn dan weer niet uitzonderlijk en bijvoorbeeld niet veel beter dan een Jasper Cillessen of Nick Olij.
Hoe beïnvloed het de huidige keeper/keeperstrainer
Zoals al eerder besproken, heeft het meevoetballen/kwaliteit met de voeten een steeds prominentere rol gekregen binnen het keepen. Ik merk het zelf ook, trainers vragen steeds meer aan mij (als keeperstrainer) of ik ook aandacht wil besteden aan het voetballende gedeelte, om zo de keeper mee te laten doen in de opbouw en vanuit daar de lijnen uit te zetten. Daarnaast besteedde ik in het begin van mijn (keepers)training carrière weinig tot geen aandacht aan het passen/deelnemen aan de opbouw etc. Waar het nu bijna vaste prik is in mijn trainingen, om in elke training/oefening een bepaald aspect van het voetballende gedeelte te verwerken.
Is dit een goede ontwikkeling?
De grote vraag die natuurlijk boven dit onderwerp hangt, is: is deze transitie een goede transitie? En op die vraag antwoord geven, vind ik moeilijk. Aan de ene kant moeten de keepers wel. Trainers vragen het steeds meer van hun keepers (al dan niet ingegeven door het feit dat bijna alle spelers steeds meer taken krijgen in het veld), en om het feit dat het nu eenmaal van de visie is van de KNVB. Zij adviseren tot en met de O12 bijvoorbeeld geen vaste keeper te hebben, maar door te rouleren. Om zo alle spelers kennis te laten maken met het keepersvak.
Aan de andere kant drijft het de keeper ook weer verder weg van zijn kerntaak, het tegenhouden van ballen. Dat is namelijk waar een keeper op wordt afgerekend, krijgt hij teveel doelpunten tegen? Dan kan je er vanuit gaan dat de trainer de keeper daarop aankijkt.
En niet te vergeten, reddingen winnen finales (Qatar 2022, redding van Martinez in minuut 120. Weten we hem nog?). En is voor mij maar de vraag of een goede keuze in de opbouw dat ook kan.
Ben je het hiermee eens? Of denk je juist totaal iets anders? Laat het weten door middel van een reactie!
Reactie plaatsen
Reacties